door Leo Klinkers (4 februari 2007)
Sinds een aantal jaren beijvert een groep burgers, met warme belangstelling voor de democratie, zich voor de oprichting van een Huis van de Democratie. De bedoeling is een echt gebouw, trefpunt voor jeugd, nieuwkomers en volwassenen, die zich willen onderdompelen in het rijke gedachtegoed van de democratie.
De Tweede Kamer zelf is te klein voor de opvang van enkele honderdduizenden bezoekers per jaar. Daarom moet er in de buurt van het parlement een aparte ruimtelijke voorziening komen. Dat huis staat er overigens nog niet. Toen in 2007 het debat speelde over de vraag naar de locatie van het Nationaal Historisch Museum, uiteindelijk toegewezen aan Arnhem, was de gedachte dat bij toewijzing aan Den Haag het Huis van de Democratie in dat Museum gehuisvest zou worden. Men dacht daarbij aan een plek hoek Spui/Kalvermarkt, tussen het Stadhuis en de Tweede Kamer.